Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Nicolaas van Esch: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Nicolaas van Esch''' / '''van Essche''' ('''''Eschius''''') (Oisterwijk, 1507 – Diest, 19 juli 1578) was een Nederlands rooms-katholiek theoloog.  
'''Nicolaas van Esch''' / '''van Essche''' ('''''Eschius''''') ([[Oisterwijk]], 1507 – [[Diest]], 19 juli 1578) was een Nederlands rooms-katholiek theoloog.  


Nicolaas (Claes) werd geboren in Oisterwijk als zoon van een handelaar in wol. Hij volgde de [[humaniora]] aan het [[dominicanen|dominicaanse]] fraterhuis in [[s'-Hertogenbosch]]. In 1526 ging hij studeren aan de Universiteit van Leuven. Hij studeerde er wijsbegeerte, theologie en kerkelijk recht. In 1531-1532 werd hij tot priester gewijd.
Nicolaas (Claes) werd geboren in Oisterwijk als zoon van een handelaar in wol. Hij volgde de [[humaniora]] aan het [[dominicanen|dominicaanse]] fraterhuis in [['s-Hertogenbosch]]. In 1526 ging hij studeren aan de Universiteit van Leuven. Hij studeerde er wijsbegeerte, theologie en kerkelijk recht. In 1531-1532 werd hij tot priester gewijd.


In Keulen doceerde hIj rechten en later filosofie. Een van zijn bekendste studenten was [[Petrus Canisius]]. Zijn zwakker gezondheid liet he; niet toe in te treden in het klooster van de [[kartuizers]].
In Keulen doceerde hij rechten en later filosofie. Een van zijn bekendste studenten was [[Petrus Canisius]]. Door zijn zwakke gezondheid kon hij niet intreden in het klooster van de [[kartuizers]], maar hij onderhield wel goede banden met hen. In 1538 kreeg hij er als [[prebende|prebendarius]] wel een kloostercel toegewezen om een eenzaam en contemplatief leven te kunnen leiden.
In 1538 kreeg hij er als [[prebende|prebendarius]] wel een kloosercel toegewezen om een eenzaam en contemplatief leven te kunnen leiden.


Eind 1538 werd hij benoemd tot rector van het oude grote begijnenhof ’St. Catharina-dal’ in Diest.
Eind 1538 werd hij benoemd tot rector van het oude grote begijnhof ’St. Catharina-dal’ in Diest. Op het moment dat hij deze taak aannam, werd het dagelijks leven in het begijnhof gedomineerd door wereldse zaken. De begijnen dreven vaak handel, hadden veel contact met buitenstaanders en waren vaak afwezig. Van Esch voerde nieuwe statuten in en zette hervormingen door. De contacten tussen begijnen en stedelingen werden zo veel mogelijk beperkt en handelsactiviteiten moesten worden beperkt. Zowel begijnen als omwonenden voelden zich benadeeld door deze maatregelen en protesteerden. Eschius nam ontslag en keerde terug naar Keulen.


In 1539 vestigde hij zich in Oisterwijk als leerling van het Maagdenhuis Bethlehem. Hij schonk hen een nieuw huis met een binnenplaats en schreef hen dezelfde regel voor die de begijnen in Diest had voorgeschreven. Datzelfde jaar werd hij opnieuw pastoor van het begijnhof in Diest. Hij zou dit ambt tot zijn dood blijven uitoefenen. Opnieuw prikkelden de hervormingen die Van Esch voorstelde de begijnen (die hij aanmoedigde zich aan te sluiten bij een klooster) en de bewoners van het begijnhof tot protest en zelfs tot een rechtszaak voor de schepenen; wegens de aard van de beschuldigingen tegen Eschius wendde hij zich tot de inquisitie, die hem in 1548 vrijsprak van alle blaam.
De aartsbisschop van Mechelen, [[Antoine Perrenot de Granvelle|Granvelle]], benoemde hem in 1569 tot deken over een veertigtal parochies. Hij stierf op 19 juni 1578 aan de pest en werd begraven voor het hoofdaltaar van de begijnhofkerk in Diest.
==Belangrijkste werken==
* ''Introductio in vitam introversam'' tot de nieuwe editie van ''Templum animae'', Antwerpen, 1563.
* ''Exercitia theologiae mysticae, seu exercitia quaedam pia, quae compendio hominem ad vitam perfectam instituendam juvare possunt'', Antwerpen, 1563.
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q3058710}}
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q3058710}}
[[Categorie: Nederlands theoloog]]
[[Categorie: Nederlands theoloog]]

Huidige versie van 16 mei 2024 om 00:25

Nicolaas van Esch / van Essche (Eschius) (Oisterwijk, 1507 – Diest, 19 juli 1578) was een Nederlands rooms-katholiek theoloog.

Nicolaas (Claes) werd geboren in Oisterwijk als zoon van een handelaar in wol. Hij volgde de humaniora aan het dominicaanse fraterhuis in 's-Hertogenbosch. In 1526 ging hij studeren aan de Universiteit van Leuven. Hij studeerde er wijsbegeerte, theologie en kerkelijk recht. In 1531-1532 werd hij tot priester gewijd.

In Keulen doceerde hij rechten en later filosofie. Een van zijn bekendste studenten was Petrus Canisius. Door zijn zwakke gezondheid kon hij niet intreden in het klooster van de kartuizers, maar hij onderhield wel goede banden met hen. In 1538 kreeg hij er als prebendarius wel een kloostercel toegewezen om een eenzaam en contemplatief leven te kunnen leiden.

Eind 1538 werd hij benoemd tot rector van het oude grote begijnhof ’St. Catharina-dal’ in Diest. Op het moment dat hij deze taak aannam, werd het dagelijks leven in het begijnhof gedomineerd door wereldse zaken. De begijnen dreven vaak handel, hadden veel contact met buitenstaanders en waren vaak afwezig. Van Esch voerde nieuwe statuten in en zette hervormingen door. De contacten tussen begijnen en stedelingen werden zo veel mogelijk beperkt en handelsactiviteiten moesten worden beperkt. Zowel begijnen als omwonenden voelden zich benadeeld door deze maatregelen en protesteerden. Eschius nam ontslag en keerde terug naar Keulen.

In 1539 vestigde hij zich in Oisterwijk als leerling van het Maagdenhuis Bethlehem. Hij schonk hen een nieuw huis met een binnenplaats en schreef hen dezelfde regel voor die de begijnen in Diest had voorgeschreven. Datzelfde jaar werd hij opnieuw pastoor van het begijnhof in Diest. Hij zou dit ambt tot zijn dood blijven uitoefenen. Opnieuw prikkelden de hervormingen die Van Esch voorstelde de begijnen (die hij aanmoedigde zich aan te sluiten bij een klooster) en de bewoners van het begijnhof tot protest en zelfs tot een rechtszaak voor de schepenen; wegens de aard van de beschuldigingen tegen Eschius wendde hij zich tot de inquisitie, die hem in 1548 vrijsprak van alle blaam.

De aartsbisschop van Mechelen, Granvelle, benoemde hem in 1569 tot deken over een veertigtal parochies. Hij stierf op 19 juni 1578 aan de pest en werd begraven voor het hoofdaltaar van de begijnhofkerk in Diest.

Belangrijkste werken

  • Introductio in vitam introversam tot de nieuwe editie van Templum animae, Antwerpen, 1563.
  • Exercitia theologiae mysticae, seu exercitia quaedam pia, quae compendio hominem ad vitam perfectam instituendam juvare possunt, Antwerpen, 1563.
rel=nofollow